De standaard gebruikersnaam en het wachtwoord van het administrator-account in de S-serie VoIP PBX is “admin” en “password”. Voor een betere beveiliging raden wij u ten zeerste aan het standaard wachtwoord bij uw eerste login meteen te veranderen.
ga naar “My Settings”. Verander hier het wachtwoord, nadat u zich heeft aangemeld in de Web interface
De gebruikersnaam is het extensie nummer (bijv. “1000”) en het bijbehorende standaard wachtwoord is “pass” gevolgd door het extensie nummer (in ons voorbeeld: “pass1000”). Wij raden uw aan om het wachtwoord van deze gebruiker zo snel mogelijk te veranderen.
Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Extensions”. Nu kunt u op de Extension-pagina het wachtwoord wijzigen bij “User Password”
Op de login pagina kunt u kiezen voor “Forgot Password?”. Om gebruik te kunnen maken van deze functie dient een e-mail adres aan de gebruiker te zijn gekoppeld. Als administrator is dit in te stellen door op Yeastar FAQ te klikken en vervolgens op “My Settings”
Een extensie gebruiker dient bij “Me” om een e-mail adres in te voeren.
Men dient op voorhand de juiste e-mailinstellingen geconfigureerd en getest te hebben. Ga naar “Settings” -> “System” -> “Email” en voer het e-mail adres in samen met een wachtwoord, SMTP, POP3 en poorten. En indien nodig “enable SSL/TLS”
Hoe is nu het wachtwoord te resetten? 1. Klik onderaan de login pagina op “Forgot Password?”.
Voer de gebruikersnaam in (extension number) en de PBX zal vervolgens een e-mail versturen naar het bijbehorende e-mail adres.
Open de e-mail en klik op de link om het wachtwoord te resetten. Let op: De link werkt alleen binnen het lokale netwerk van de PBX en is slechts gedurende 30 minuten bruikbaar. 4. Stel nu een nieuw wachtwoord in.
Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Extensions”. Klik hier op de extensie pagina op “Add”. Kies voor “FXS” bij “Type” en kies de FXS poort.Opmerking:
De S-Serie VoIP PBX is te gebruiken met vele verschillende merken telefoons, zoals Yealink, Grandstream, Cisco, Polycom, Snom, etc. Voor meer informatie, kijk op de volgende pagina: Auto Provisioning on the Yeastar S-Series VoIP PBX.
Maak op de router een port-forward aan voor de volgende poorten: UDP (SIP): 5060 UDP (RTP): 10000-120002.
Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “General” -> “SIP” -> “NAT”.
Als men de beschikking heeft over een vast publiek IP, vul deze dan in bij “External IP Address” bij de “NAT settings”.
Heeft men niet de beschikking over een vast publiek IP, vul dan een domeinnaam / publieke hostnaam in bij “External Host” op de NAT settings pagina.
Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Extensions”. Kies de extensie waarop geregistreerd gaat worden vanaf een andere locatie, ga naar “Advanced” en activeer “NAT” en “Register Remotely”.
Deze extensie is nu klaar om vanaf afstand te worden gebruikt. Meer informatie is te vinden in de handleiding:
De Mobility extensie wordt gebruikt om een mobiel telefoonnummer te koppelen met een extensie. Dit mobiele nummer heeft vervolgens dezelfde status als deze extensie, zoals: interne gesprekken voeren, uitgaande gesprekken voeren (over de PBX), voicemails beluisteren, enz. Wanneer de gebruiker zijn mobiele nummer gebruikt om te bellen naar de PBX, dan zal de PBX het behandelen alsof het een lokale extensie is en is er een kiestoon te horen.Volg de onderstaande stappen om de mobility extensie te configureren;
3. Klik op “Features” en ga naar de “Mobility Extension” instellingen. Zodra de mobility extensie is geactiveerd, krijgt dit mobiele nummer dezelfde status als deze extensie. Het zal gelijkertijd overgaan als er gesprekken via de wachtrij of belgroep zijn. (Activeer hiervoor de functie “Ring simultaneously”).
Opmerking:
SIP forking is dat men gelijkertijd meerdere toestellen op dezelfde extensie kan registreren en laten werken. Dit kan met maximaal 5 toestellen tegelijk. Klik op “Settings” -> “Add/Edit Extension” en pas het aantal Concurrent Registrations aan.
Voorwaarden Maak en bewerk het configuratiebestand volgens uw behoeften. Het bestandsformaat moet .cfg of .xml zijn. Opmerking: De configuraties en de bestandsnaam moeten voldoen aan de eisen van de fabrikanten van de IP-telefoons. Over het algemeen is de bestandsnaam het MAC-adres van de telefoon, bijv. 001565212512.cfg. Stap 1. Sluit uw telefoons en de telefooncentrale aan op hetzelfde lokale netwerk. Stap 2. Zorg ervoor dat uw telefoons klaar zijn voor auto-provisioning.PnP-modus Schakel PnP in als uw IP-telefoon de PnP-functie ondersteunt.DHCP-modus 1) Als uw IP-telefoon geen PnP ondersteunt, schakel dan DHCP in. 2) Schakel DHCP-server in op uw telefooncentrale, stel het TFTP-adres in op het IP-adres van de centrale. Pad: Instellingen > Systeem > Beveiliging > Dienst Opmerking: Zorg ervoor dat de PBX de enige DHCP-server in uw lokale netwerk is, anders zou de auto-provisioning mislukken.
Nee. Auto Provisioning werkt alleen als IP-telefoons en PBX zich in hetzelfde lokale netwerk bevinden. VLAN en VPN kunnen de functie niet laten werken.
Ja. Volg de onderstaande stappen om uw telefoons te upgraden. 1. Registreer je telefoons op de centrale via Auto Provisioning. 2. Ga naar Auto Provisioning > Firmware-upgrade om het firmwarebestand van de telefoon te uploaden. 3. Herstart de telefoon om in werking te treden.
Auto-Provisioning Opmerking: Alleen de IP-Telefoons die auto provisioned zijn bij de S-Series PBX ondersteunen deze upgrade.
1. Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Trunk” en klik op Add
2. Selecteer het protocol en het trunk type.
3. Voer de door de provider aangeleverde gegevens in. Bijvoorbeeld: Provider Name: VoipQ Hostname/IP: de SIP server (bijv. trunk.voipq.net) Poot: 5060 Domain: de SIP server (bijv. trunk.voipq.net) Username: de gebruikersnaam (bijv. 14141*200 ) Password: het wachtwoord From user: meestal gelijk aan de gebruikersnaam of het telefoonnummer (bijv. 31157640764) 4.
1. Ga naar “PBX Monitor” -> “Trunk” om de status van de trunk te controleren. Deze dient geregistreerd en beschikbaar te zijn.
2. Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Call Control” -> “Outbound Routes” en klik op Add om een outbound route toe te voegen.
3. Vul het formulier in en klik op Save. In het voorbeeld gaan de extensies 1000, 1005 en 1006 uitbellen over FXO1-7.
1. Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Call Control” -> “Outbound Routes” en klik op Add om een outbound route toe te voegen.
2.Selecteer bij het toevoegen om welke trunk het gaat en welke DID. Selecteer vervolgens de bestemming (bijvoorbeeld een IVR) en, of dit aan de hand van “time conditions” moet variëren.
Door middel van de Autoclip functie registreert de S-serie VoIP PBX telkens van elke extensie welk nummer wordt gekozen. Als het gebelde nummer terugbelt, zal de PBX de oproep doorzetten naar het toestel dat dit nummer recent heeft gebeld.Om AutoCLIP in te stellen:
Record Keep Time: hoe lang ieder record in de Autoclip Lijst zal worden behouden. Digits Match: hoeveel cijfers van het telefoonnummer worden gebruikt om een inkomend telefoonnummer te kunnen koppelen via de Autoclip lijst. Member trunks: bij welke trunks moet AutoCLIP worden gebruikt.
Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Call Control” -> “AutoCLIP Route”, klik op “View AutoCLIP List” om de lijst te bekijken.
Dat komt omdat er onbeluisterde voicemails zijn. Bel “*2” om ernaar te luisteren. Er zal geen pieptoon meer zijn als alle voicemails zijn beluisterd.
Ga naar settings > general > feature code.
De S-serie heeft hiervoor twee mogelijkheden: handmatig of direct downloaden via de web interface.Handmatig:
Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Voice Prompts” -> “System Prompt” Zoek een lokaal “.tar” bestand en klik op “Upload”
Download online: Ga naaro “Settings” -> “PBX” -> “Voice Prompts” -> “System Prompt” klik op “Download Online Prompt” en kies welke moet worden ingesteld.
De S-serie VoIP PBX ondersteunt drie Ethernet-modi: Single, Dual en Bridge.Single: maakt alleen gebruik maken van de LAN-poort, de WAN-poort is uitgeschakeld. Dual: beide poorten worden gebruikt. Maar het is noodzakelijk om de standaard interface op netwerkconfiguratiepagina te kiezen. Bridge: de LAN-poort wordt gebruikt voor de uplink verbinding. De WAN-poort zal worden gebruikt als bridge voor aansluiting op een PC.
1. Ga naar “Settings” -> “System” -> “User Permission”, klik op Add op de User Permission pagina
2. Vink het vakje voor de toestemming aan die u wilt toewijzen.
Ga naar “Settings” -> “PBX” -> “Recording”.
Hier kan worden ingesteld wat te doen bij interne gesprekken: “Internal Calls Being Recorded Prompt” en wat bij publieke gesprekken: “Outbound/Inbound Calls Being Recorded Prompt”.
Het standaard IP-adres van de P-serie VoIP PBX is 192.168.5.150.
De standaard gebruikersnaam en het wachtwoord van het administrator-account in de P-serie VoIP PBX is “admin” en “password”. Voor een betere beveiliging raden wij u ten zeerste aan het standaard wachtwoord bij uw eerste login meteen te veranderen.
ga naar “My Settings”. Verander hier het wachtwoord, nadat u zich heeft aangemeld in de Web interface
De gebruikersnaam is het extensie nummer (bijv. “1000”) en het bijbehorende standaard wachtwoord is “pass” gevolgd door het extensie nummer (in ons voorbeeld: “pass1000”). Wij raden uw aan om het wachtwoord van deze gebruiker zo snel mogelijk te veranderen.
Ga naar “Extension and Trunk -> Extension -> klik op Add”. Nu kunt u op de Extension-pagina het wachtwoord wijzigen bij “User Password”
Ga naar “PBX Settings” -> “Preferences” en configureer een nieuwe reeks bij “Extension Preferences”.
Ga naar “Extension and Trunk” -> klik op “Extension” -> klik op Add -> klik op Extension Type bovenaan en kies “FXS Extension”
De P-Serie VoIP PBX is te gebruiken met vele verschillende merken telefoons, zoals Yealink, Grandstream, Cisco, Polycom, Snom, etc. Voor meer informatie, kijk op de volgende pagina: Auto Provisioning on the Yeastar P-Series VoIP PBX.
U kan uw telefoons dan alleen handmatig registeren. Voor informatie over hoe u dit moet doen zie: P-serie Faq Extensions Q3.
Nee. Auto Provisioning werkt alleen als IP-telefoons en PBX zich in hetzelfde lokale netwerk bevinden. VLAN en VPN kunnen de functie niet laten werken.
Om de firmware te updaten voor alle telefoons waarvoor dit van toepassing is:
Om de firmware te updaten voor specifieke telefoons:
1. Ga naar “Extension and Trunk” -> “Trunk” en klik op Add
2. Selecteer het protocol en het trunk type.
3. Voer de door de provider aangeleverde gegevens in. Bijvoorbeeld: Provider Name: VoipQ Hostname/IP: de SIP server (bijv. trunk.voipq.net) Poot: 5060 Domain: de SIP server (bijv. trunk.voipq.net) Username: de gebruikersnaam (bijv. 14141*200 ) Password: het wachtwoord From user: meestal gelijk aan de gebruikersnaam of het telefoonnummer (bijv. 31157640764) 4.
2. Ga naar “Call Control” -> “Outbound Routes” en klik op Add om een outbound route toe te voegen.
3. Vul het formulier in en klik op Save. In het voorbeeld gaan de extensies 1000, 1005 en 1006 uitbellen over FXO1-7.
1. Ga naar “Call Control” -> “Inbound Routes” en klik op Add om een outbound route toe te voegen.
2.Selecteer bij het toevoegen om welke trunk het gaat en welke DID. Selecteer vervolgens de bestemming (bijvoorbeeld een IVR) en, of dit aan de hand van “time conditions” moet variëren.
Dat komt omdat er onbeluisterde voicemails zijn. Bel “*2” om ernaar te luisteren. Er zal geen pieptoon meer zijn als alle voicemails zijn beluisterd.
Ga naar “Call Features” -> “Feature Code”
De P-serie heeft hiervoor twee mogelijkheden: handmatig of direct downloaden via de web interface.Handmatig.
Ga naar “PBX -Settings” -> “Voice Prompts” -> “System Prompt” Zoek een lokaal “.tar” bestand en klik op “Upload”
Download online: Ga naar “PBX-Settings” -> “Voice Prompts” -> “System Prompt” klik op “Download Online Prompt” en kies welke moet worden ingesteld.
De P-serie VoIP PBX ondersteunt drie Ethernet-modi: Single, Dual en Bridge.Single: maakt alleen gebruik maken van de LAN-poort, de WAN-poort is uitgeschakeld. Dual: beide poorten worden gebruikt. Maar het is noodzakelijk om de standaard interface op netwerkconfiguratiepagina te kiezen. Bridge: de LAN-poort wordt gebruikt voor de uplink verbinding. De WAN-poort zal worden gebruikt als bridge voor aansluiting op een PC.
1. Ga naar “Extension and Trunk” -> “Extension Group” -> “Klik op Edit en pas de rechten van de group aan.
Ga naar “Call Features” -> klik daarna op”Recordings” en voeg prompts toe.
Ga naar “system” -> “Event Notification”